Trajecten van de reis

Tot slot

Met het bereiken van de rede van Rammekens was de zeereis weliswaar voltooid, maar de onderneming natuurlijk niet. Hoe verliep de verkoop van de retourgoederen? Leverde de reis de MCC winst op? En wat verdiende de bemanning?

Over het lot van de tot slaaf gemaakte Afrikanen zijn geen archiefgegevens beschikbaar. Misschien konden enkelen van hen tijdens vluchten tijdens de grote opstand in Berbice. Het merendeel van de slaafgemaakten zal de rest van zijn leven in gevangenschap, als dwangarbeider op één van de vele plantages in Guyana, hebben doorgebracht.

Retourgoederen

De retourgoederen van de Eenigheid werden op verschillende data in Middelburg geveild. Er werd dus niet een aparte veiling voor de goederen van de Eenigheid georganiseerd. Het besluit daartoe werd 12 april 1763 door de directeuren genomen. De aanleiding was de geringe hoeveelheid ivoor en tabak die de Eenigheid had meegebracht.

De directeuren bepaalden dat het ivoor samen met de retourgoederen van het schip de Petronella Cecilia zouden worden geveild. Dat schip was geen eigendom van de MCC.

De tabak werd op een veiling gebracht die makelaar Adriaan van Dijk 2 mei 1763 in opdracht van enige particuliere inbrengers in Middelburg organiseerde.

De directeuren Lantsheer en Reijnders hadden blijkbaar eerste keus uit de lading tabak. Zij kochten 5 rollen, de resterende 149 rollen werden ingebracht voor veiling door makelaar Van Dijk. Hij verdeelde de 149 rollen in 32 partijen of kavels. De tabak werd volgens de gegevens in het scheepsboek verkocht voor in totaal circa 284 ponden Vlaams.

De verpakking waarin de tabak was vervoerd, bestond uit dierenhuiden en deze ‘velletjes’ werden 5 mei als een kavel ‘seroenen’ verkocht. De seroenen brachten bijna 7 ponden Vlaams op.

Het ivoor, bestaande uit grote en kleinere olifantstanden en stukken ivoor, werd 2 juni geveild in 6 partijen of kavels. De kopers betaalden in totaal 862 ponden Vlaams. De directeuren van de MCC waren zeer tevreden met de opbrengst en in de eerstvolgende vergadering werd genotuleerd “dat den verkoop buijtengemeen (naar qualiteit) wel is uitgevallen en tot goede prijsen verkogt”.

Kopers tabak, dierenhuiden, ivoor

  • Jacobus Lantsheer, 1 rol tabak
  • Salomon Reijnders, 4 rollen tabak

Verkocht per veiling

  • Benjamin Catteau, 3 kavels tabak (18 rollen)
  • Paulus H. Securius, 1 kavel tabak (6 rollen)
  • Christoffel Hentze, 3 kavels tabak (18 rollen)
  • Jan de Groot, 1 kavel tabak (6 rollen)
  • Roeland Pagter, 1 kavel tabak (6 rollen)
  • Ad. van Dijk, 5 kavels tabak (30 rollen)
  • Abraham Verheeke, 5 kavels tabak (30 rollen)
  • Jan Habens, 1 kavel tabak (6 rollen)
  • Abraham Mart., 2 kavels tabak (11 rollen)
  • Anth. Leliaart, 1 kavel tabak (6 rollen)
  • Johan Sanders, 1 kavel tabak (7 rollen)
  • Jacobus Aartsen, 1 kavel tabak (5 rollen)
  • Jan Kock, 1 kavel ‘velletjes’ (9 pakken huiden)
  • Wed. Maartens & Zoon, 2 kavels olifantstanden (44 stuks)
  • Casp. Ribaut, 3 kavels olifantstanden (59 stuks)
  • Boursje de Superville & Smith, 1 kavel olifantstanden (43 stuks)

Suiker

Tussen de archiefstukken die bewaard zijn gebleven bij de 3e reis van de Eenigheid zijn – in tegenstelling tot tabak en koffie – geen stukken aangetroffen over de verkoop van de suiker. In het scheepsboek werd de verkoop van de suiker niet apart vermeld.

Verlies of winst

De winst- en verliesrekening werd eind december 1763 opgemaakt en bijgeschreven in het scheepsboek.

Aan de creditzijde werden achtereenvolgens genoteerd:

  • opbrengst uit het vervoer en de verzekering van de plantageproducten
  • opbrengst uit de verkoop van retourgoederen
  • de betaling in wisselbrieven
  • uitkering van de verzekering voor de geleden schade in de Westerschelde
  • de waarde van het schip na thuiskomst

Aan de debetzijde:

  • de waarde van het schip bij vertrek
  • de inkoop van de handelslading
  • gage bemanning en diverse onkosten zoals loodsgeld en taxatie schade
  • uitkering premies voor verkochte slaafgemaakten aan officieren en onkosten verkoop retourgoederen
  • winst

Het totaal aan debet- en creditzijde bedroeg bijna 16.522 ponden Vlaams (£16521:12:5), circa 99.130 gulden, omgerekend bijna 1.025.000 euro in het jaar 2018.

De winst bedroeg 2.220 ponden Vlaams, circa 13.320 gulden, omgerekend ongeveer 137.725 euro in 2018.

Kapitein Jan Menkenveld was het wederom gelukt een voor de MCC winstgevende reis te maken. Hij was misschien wel de meest succesvolle kapitein in de driehoekshandel in dienst van Middelburgse Commercie Compagnie. Van de zeven reizen die hij als kapitein in dienst van de MCC maakte, waren er zes winstgevend.

Afwikkeling financiën

De winst- en verliesrekening werd opgemaakt voor het einde van het boekjaar waarin het schip de Eenigheid retourneerde. De compagnie ontving de gelden uit de verkoop van de tot slaaf gemaakte Afrikanen in Guyana pas veel later.

De eerste Afrikanen werden verkocht per veilingen in Berbice, Guyana. Kapitein Jan Menkenveld machtigde veilingmeester Abraham Wijs om in zijn plaats op te treden en de betalingen in ontvangst te nemen. Wijs tekende hiertoe een obligatie of schuldbekentenis, waarmee hij bevestigde garant te staan voor de veilingopbrengst. Of Wijs daadwerkelijk het bedrag overmaakte, is onbekend. Wel wordt in de archiefstukken over de 3e reis van de Eenigheid gemeld dat Abraham Wijs na terugkeer in Amsterdam met de noorderzon is vertrokken.

De laatste Afrikanen van de Eenigheid werden verkocht per veilingen in Essequebo, Guyana. De kopers dienden in drie termijnen te betalen, de eerste termijn deels met suiker. De rest mocht contant of, wat ook gebeurde, in wisselbrieven. Deze uitgestelde betalingen werden pas jaren later voldaan, de laatste in 1766.

Bonussen

De bemanning kreeg in april 1763 het gage uitbetaald. De hoogste vijf bemanningsleden verdienden daarnaast bonussen in de vorm van ‘slavengeld’ en recognitiegeld. Deze gelden bestonden uit percentages van respectievelijk de verkoop van tot slaaf gemaakte Afrikanen en de winst van de reis.

Premie per verkochte slaafgemaakte

Het ‘slavengeld’ was een percentage per slaafgemaakte die in de Caraïben werd verkocht. Tijdens de derde reis van de Eenigheid werden 326 tot slaaf gemaakte Afrikanen gekocht. Daarvan overleden 33 mensen en werden er 293 verkocht. Per verkochte slaafgemaakte werd f 7,20 uitgekeerd (omgerekend € 72,38 in 2018). In totaal voor 293 mensen £ 351:12:0 (f 2.109,60; € 21.806,52 in 2018).

De uitkering gebeurde via een bepaalde verdeelsleutel. Veruit het merendeel was bestemd voor de kapitein, per verkochte mens ontving hij 80 stuivers. Daarna volgden de opperstuurman en de oppermeester met ieder 24 stuivers, de onderstuurman 10 stuivers en de derdewaak 6 stuivers per verkochte man, vrouw, jongen of meisje.

Premie per verkochte slaafgemaakte

  • Kapitein Jan Minkenfeld – 80 stuivers p.p.:  £ 195:6:8
  • Opperstuurman Daniël Pruijmelaar – 24 stuivers p.p.: £ 58:12:0
  • Onderstuurman Johannes Schuts – 10 stuivers p.p.: £ 24:8:4
  • Derdewaak Adriaan de Puit – 6 stuivers p.p.: £ 14:13:0
  • Oppermeester Petrus Couperus – 24 stuivers p.p.: £ 58:12:0

Recognitiegeld

Wanneer de reis winstgevend was geweest, ontvingen de officieren ook een percentage van de winst. Daartoe werden de kosten van de reis, bestaande uit:

  • de equipage van het schip
  • de inkoop van de handelslading voor Afrika
  • het uitbetaalde slavengeld
  • onkosten gemaakt voor de retourgoederen
  • de schade op de thuisreis geleden

afgetrokken van:

  • betaling van de in Guyana verkochte slaafgemaakten
  • de inkoopwaarde van tabak en goud
  • de inkoopwaarde van het restant van de handelslading voor Afrika
  • de inkoopwaarde van het ivoor
  • een lening van de kapitein

Van dat bedrag: 1.600 ponden Vlaams (f 9.600,-, omgerekend bijna € 219.000 in 2018) werd een percentage van 12 %, oftewel 192 ponden Vlaams (f 1.152,-, omgerekend € 26.250,- in 2018), bestempeld tot recognitiegeld voor de bemanning. Ook dit bedrag werd via een bepaalde verdeelsleutel uitgekeerd. Opnieuw ontving de kapitein meer dan de helft.

De eerste uitbetaling van het recognitiegeld gebeurde in december 1763. Nadat de tweede betaling in wisselbrieven was binnengekomen, werd in februari 1765 opnieuw recognitiegeld toegekend. Na de derde betaling in wisselbrieven volgde in november 1766 de laatste uitkering van recognitiegeld.

Recognitiegeld, totaal

  • Kapitein Jan Minkenfeld – 5/9 deel:  £ 174:14:8
  • Opperstuurman Daniël Pruijmelaar – 1/6 deel: £ 52:8:5
  • Onderstuurman Johannes Schuts – 5/72 deel: £ 21:16:9
  • Derdewaak Adriaan de Puit – 1/24 deel: £ 13:1:1
  • Oppermeester Petrus Couperus – 1/6 deel: £ 52:8:5

Meer dan 3,5 jaar na de voltooiing van de derde reis van de Eenigheid werden dus de laatste bonussen aan de hoogste bemanningsleden uitbetaald. Het is duidelijk dat de kapitein veel verdiende. Hij was dan ook verantwoordelijk voor het schip, de lading en de bemanning. Niet alleen tijdens de reis, maar ook voorafgaand aan vertrek. De kapitein speelde immers een grote rol in de samenstelling van de in te kopen handelslading.

De bonussen bestaande uit de premie per verkochte slaafgemaakte en recognitiegeld waren aanzienlijk. Tezamen overtroffen zij het salaris of de gage van de kapitein. De opperstuurman verdiende ongeveer evenveel gage als bonussen.

Totaal inkomsten opperofficieren (gage, premie per verkochte slaaf, recognitiegeld)

  • Kapitein Jan Menkenveld: £ 594:12:2 (waarvan gage £ 224:10:10)
  • Opperstuurman Daniël Pruijmelaar: £ 218:8:5 (waarvan gage £ 107:8:0)
  • Onderstuurman Johannes Schuts: £ 135:15:1 (waarvan gage £ 89:10:0)
  • Derdewaak Adriaan de Puit: £ 99:7:1 (waarvan gage £71:12:0)
  • Oppermeester Petrus Couperus: £ 245:10:5 (waarvan gage £ 134:10:0. De oppermeester verdiende evenveel als de opperstuurman, maar Couperus had nog 3 maanden ‘op de kist’ oftewel te goed, zoals de scheepssoldijrol laat zien.)

020 Verdiensten hoge officieren

Het contrast met de laagste inkomens is groot. Matroos Johannis Coijwijk verdiende met de reis aan gage £ 47:14:8 (f 286,40, omgerekend bijna € 3.000,- in 2018). Oploper of aankomend matroos Adriaan de Visser £ 32:16:4 (f 196,90, omgerekend bijna € 2.030,- in 2018). De laagste gage had Gilles Lint in de rang van jongen. Met de anderhalf jaar durende reis verdiende hij £ 14:18:4 (f 89,5; omgerekend circa € 930,- in 2018). Daarentegen mocht het scheepsvolk, zoals omschreven in de artikelbrief, tot beperkte hoogte voor eigen gewin handeldrijven.

Verborgen inkomsten

Toch zijn hiermee niet alle inkomsten van de hoogste bemanningsleden inzichtelijk gemaakt. Onzichtbaar blijven de inkomsten uit privéhandel tijdens de reis. Het was deze officieren weliswaar verboden voor eigen gewin handel te drijven (zie de instructie voor de kapitein, nr 15) maar het gebeurde wel. Het zou kapitein Menkenveld uiteindelijk zijn baan kosten.


verkoop-tabak-NL-MdbZA_20_139.1_0053

Aankondiging veiling tabak
Aankondiging van de veiling van tabak op 2 mei 1763. De tabak was afkomstig uit de lading van het schip de Eenigheid. Zeeuws Archief, Archief van de MCC, inv.nr 139.1.


014c Winst en verlies x