Na een verblijf van maar liefst 165 dagen in Guyana begon het schip de Eenigheid op 19 december 1762 aan de thuisreis. De bemanning was al meer dan een jaar van huis, om precies te zijn: 445 dagen.
Retourlading
Het verblijf in Guyana had zelfs langer geduurd dan de periode die aan de kust van West-Afrika was doorgebracht. Dat had alles te maken met de retourlading. Om de winst van de reis te maximaliseren diende het schip een retourlading naar huis te vervoeren. De kapitein speelde hierop in via de betalingsvoorwaarden die hij stelde aan de kopers van slaafgemaakten in Essequebo. Zij dienden een deel van de prijs te voldoen in suiker of andere producten van de plantages.
De betaling van de slaafgemaakten had de Eenigheid een retourlading opgeleverd bestaande uit suiker, koffiebonen en tabak. De tabak was verpakt in dierenhuiden. Daarnaast had de Eenigheid reeds in West-Afrika ivoor en goud ingekocht. Veruit het merendeel van de retourlading, in omvang en gewicht, bestond uit suiker.