Trajecten van de reis

Instructie voor de kapitein – transcriptie

Instructie voor den capteijn Jan Menkenveld, commandeerende op het snaauwschip D’Eenigheijd, toebehoorende aan de Commercie Compagnie der stad Middenburg in Zeeland, gedestineerd na de kusten van Africa & America, waarna den gemelden capteijn sig sal hebben te reguleeren.

Eerstelijk
Sal den capteijn goede zorg dragen dat binnenboord goede discipline gehouden en alle vloeken & sweeren geweerd worde, maar dat daarentegens des morgens en des avonds het gebed tot God Almagtig gedaan worde om sijnen zegen op de aanstaande reijs te erlangen.

2
Soodra gij van alles klaar en door de directeuren van de Commercie Compagnie sult zijn geëxpedieert, soo sult gij met den eersten goeden wint en bequaam weer in zee loopen, waartoe aan u boord sal komen een bequaam man om u in zee te lootsen en, buijtengaats gekomen zijnde, sult gij tragten de Hooffden met voorsigtigheijd te passeeren om het Canaal indien mogelijk door te seijlen aff te raaken, sonder Engeland aan te doen, gaande nog wederkeerende, tenwaare bij dringende nootsake en, sulx moetende geschieden, in eenige Engelsche havens komende en eenig geld benoodigt hebbende, soo kunt gij u addresseeren bij dien heer welke gij sult vinden op de lijst van correspondenten in de Engelsche zeehavens die u word medegegeven in faveur van dien voor onse rekening te trecken op London op de heeren Herman en John Berens en in de West, indien adsistentie benoodigt hebbende, moet gij uw addresseeren te Suriname bij de heer Pieter van der Werff, te St. Eustatius bij d’heer Lewis Puech en te Curaçao bij de heer Pieter Kok Janszoon en altoos tragten uw reijs soo spoedig voor te setten als het mogelijk is na uw gedestineerde plaats.

3
Vooreerst sult gij tragten aan te doen Caap Monte, leggende op 6 gr. 28 minuten, en aldaar sooveele slaaven negotieeren als doenelijk is en voorts alle plaatsen aan te doen daar maar slaven te bekomen zijn en dat tot aan Caap des Palmes toe en soo heen en weer langst de kust te negotieeren en het soolang boven te houden als het maar eenigsints doenlijk is, uw voorsiende van een goede partij rijst om uw victualij daardoor te verlengen.

4
En wanneer geen slaven meerder op de Bovenkust cunt bekomen, sal het noodig zijn dat uwe van Caap des Palmes off van de Greincust tot aan Caap Lahoe en vandaar tot aan Caap Tres Puntes tragt sooveel slaaven te negotieeren als sullen te bekomen zijn en voorts alle plaatsen aan te doen en uw reijs en negotie soo spoedig voort te setten als doenlijk is.

5
Soodra gij uw slaven in hebt, sult gij daarmede ten spoedigsten doenlijk verzeijlen na die colonie sooals uwe nadere particuliere instructie melt.

6
Uw word ten hoogsten gerecommandeert alle voorsigtigheijd te gebruyken dat niemand in ’t ruijm met eenig vuur of ligt comt, vooral niet in ’t cargazoengat, tenzij dat sulx noodig is en dat dan wel met een geslooten en toegebonden lantaren en ook wel sorg te dragen van geen negros overompelt te worden, houdende ten dien eynde uw handgeweer gereed op bequaame plaatsen en door den capteijn en officieren altoos goede wagt te houden met alle omsigtigheijd opdat er geen confusie off soo voorts plaats mag hebben alsmeede zorg te dragen ontrend het schoonmaken van de slaveketel en dat de slaven wel onderhouden en nagesien worden.

7
Uwe sult genoodsaakt sijn door scheepen van de West-Indische Compagnie of andere gevergt wordende uw paspoort te vertoonen volgens den inhout van het reglement, nogtans met die voorsigtigheijd dat dengeenen die sulx begeert aan u boord moet comen om se te besien. Dog uwe moet geen vlaggen vertrouwen en daar uwe niet meede te doen hebben, laaten passeeren off ontzeijlen en uwe sult in geenen deelen bemoeijen met het aandoen, veel min bevegten, nemen off helpen nemen van eenige onvrije scheepen op de cust, terwijl voor ons daar geen voordeel maar wel schande van te wagten is.

8
Uwe moet niet manqueeren bij alle occasie aan de directeuren te schrijven en daarbij bekend te maken den staat van uw schip en volk alsmede wat negotie daar hebben gedaan en nog stonden te doen, altoos copie van de voorige briev daar insluijten.

9
Den capteijn sal geobligeerd wesen in de te doene negotie met den opperstuurman de concent te gaan, sooverre dat hij alle avonden met den stuurman sal moeten collationeeren wat goederen die dag al sijn vernegotieerd en wat daarvoor is genegotieerd en waar die sijn geborgen teneynde om bij het onverhoopt overlijden van den capteijn den opperstuurman in staat mag sijn om bij zijn arrivement een pertinente memorie wat er van dag tot dag is gepasseert aan de directeuren over te geven en behoorelijk rapport en verantwoording van de gedaane negotie te doen, ’tgeene den opperstuurman ook bij desen wel exactelijk word aanbevoolen na te komen of bij faute van dien sijn tegoed hebbende maandgelden ten profijte van dese Compagnie te verbeuren alsmede word wel exactelijk bevoolen dat op de kust of in de colonie aan niemand, wie het ook zij, eenig credit geevd van uytstaande penningen off sal sulx voor haar rekening zijn en bovendien haar tegoed hebbende maandgelden en premiën als boven te verbeuren.

10
En alzoo de directeuren by ondervinding hebben dat wanneer den capteijn komt te overlijden, de boeken schoon sooals die worden medegegeven, wederom tehuijs comen, soo word den capteijn of die bij sijn overlijden de commande sal voeren wel expresselijk gelast en geordonneerd sijn boeken en journaal alledaag effen te stellen sonder nogtans ijder etmaal in het journaal te sluyten met het ijdel gebruijk van Gods heijligen naam, sooals doorgaans geschied op poene dat die hieraan komt te manqueeren off schoon overleden zijnde alle desselvs maandgelden etc. ten profijte van dese Compagnie sal verbeurt wesen.

11
Wanneer het quam te gebeuren (dat God verhoede) dat den capteijn geduurende de reijs mogt comen te overlijden, sullen de overige officieren ten eersten deswegens scheepsraad houden waarbij den opperstuurman voor capteijn en de resteerende officieren ider na rang sal moeten worden aangestelt, indien sij sig wel hebben gedragen en den uytgevaaren capteijn niet anders om gewigte redenen hadden gedisponeert, ’tsij schriftelijk off mondeling, sullende in dat geval den geavanceerden capteijn verpligt wesen alle de boeken en papieren van den overleden capteijn de facto wel en secuur te versegelen in presentie van den geheelen scheepsraad en daarvan maaken een netten inventaris die bij deselve onderteijkent is en vervolgens tot het doen der verdere negotie met den geavanceerden opperstuurman raadplegen en tesamen overleggen, wat tot intrest van de Compagnie best geraden is te doen om de reijs & negotie voort te setten, moetende den gemelden geavanceerden opperstuurman ook een nette notitie houden van alle de gedaane negotie en wat verder sedert het overlijden van den eersten capteijn geschied is om ten arrivemente aan de heeren directeuren deser Compagnie over te geven, gelijk den tegenwoordigen capteijn off die in desselvs plaats het commando mogt hebben, verpligt word om bij hun arrivement alhier aan de heeren directeuren deser Compagnie te overhandigen een ordentelijk boek van alle gedurende de reijs gedaane negotie alsmede het reëel cladboek off dagelijks negotieboek en verder ‘t gehoudene journaal, scheepsinventaris off wat verder noodig gehouden word, op verbeurte van sijn tegoed hebbende maandgelden en recognitiën.

12
Indien het quam te gebeuren, dat gij op de reijs eenig goud kwam te negotieeren, soo sult gij in het nahuijsvaaren wel sorgdragen, dat het in een sufficant kisje of vaatje word gedaan en op hetselve een boeij en reep steeken, opdat bij onverhoopt ongeluk hetzelve souden konnen gesalveert en gevist worden.

13
Den capteijn of die na desselvs overlijden ’t commando mogte hebben word wel expresselijk gelast en geordonneerd dat hij in alle voorvallende zaaken van eenig aanbelang, hetzij of ’t de zeemanschap betreft off niet, den scheepsraad sal beleggen en alles met deselve ten meesten intrest van de Compagnie overleggen en resolveeren en daarvan behoorelijke resolutie maaken, welke door den scheepsraad sal moeten worden geteijkent, welken scheepsraad uijt de onderstaande persoonen sal bestaan, sooverre het zeijlen en verzeijlen van d’eene plaats na d’andere betreft:
den capteijn
den opperstuurman
den onderstuurman
den derdenwaak
en in cas van crimineele saken of in saken het geheele scheepsvolk aangaande sal den bootsman mede tot den scheepsraad behooren.

14
Sijnde ook onse expresse begeerte dat niet sal worden gepermitteerd dat de negrosslaven door eenige officieren of ander scheepsvolk sullen gedebaucheerd of in eenige andere maniere mishandelt worden en dat, wanneer sulx onverhoopt mogte geschieden, daarvan aanteijkening sal werden gehouden en den overtreder door den scheepsraad sal gestraft worden na de misdaat, ja selvs met confiscatie van maandgelden.

15
En dewijl het onse serieuse intentie is dat gij nog geene van uw opperofficieren, eenige cargazoenen comen meede te nemen nog geen slaven voor hunne rekening sullen mogen inruijelen nog verkoopen, soo word uwe wel nadrukkelijk gelast van daarontrent alle oplettenheijd te gebruijken en naaukeurig toesigt te nemen, dat daarontrend geen de minste overtreding geschiede en, eenige ontdekkende, daarvan goede notitie en aanteijkening in uw journaal te houden om deselve na verdiensten te handelen en bovendien ten overstaan van den scheepsraad soodanige verclaaringen van diegeene die sulx attesteeren connen in te winnen en te versorgen, als tot bewijs en overtuijging van dat fait en die saak strecken kan, om desnoods bij het arrivement alhier ons daarvan te connen bedienen, hetgeene door en tusschenbeijden onverhoopte sterffgevallen somtijds soo claar niet souden konnen bewesen worden, want terwijle dat geschied om, waare het mogelijk, de droevige slegte navigatie eenigsints te herstellen, soo verclaaren de directeuren, dat zij daarontrend geen de minste oogluijking sullen gebruijken en bij uw retour als sulkx gerequireerd word onder eede solemneel moeten bevestigen en verclaaren geen cargazoenen, gij nog u officieren, direct of indirect, hebben medegehad, nog slaaven ingeruijlt off vercogt en, ’tselve contrarie bevindende, sal alle hunne maandgelden en recognitie zijn geconfisqueerd en daarenboven nog in een amende van duijzent guldens voor ider slaav moeten betaald worden en daarentegens verbinden de directeuren sig om aan uw en navolgende officieren op u retour te sullen betaalen voor een premie van ijder stux slaaven welke in de colonie sullen verkogt sijn, als volgt:
aan den capteijn 80 sts per slaav
aan den opperstuurman 24 sts per slaav
aan den oppermeester 24 stsper slaav
aan den onderstuurman 10 sts per slaav &
aan den derdewaak 6 sts per slaav,
waarmede eenijder sig sal moeten vergenoegen.

16
Dese bovenstaande conditie van slaavegeld sal standgrijpen en houden soolange niet meer van de slaven en retouren word gemaakt, als het schip met desselvs equipagie & cargazoenen in zee sal komen te costen, sullende daarmede worden ondergerekent de tehuiscomende maandgelden en andere oncosten geduurende de reijs ten dienste van dit schip te betaalen en sulkx uijt de reëele winst die boven dat montand gemaakt worden, sullen de voornoemde officieren nog genieten voor preemie twaalf percent sonder meer, edog soo het schip geduurende de reijs buijtengewoone disasters overkwam (dat God verhoede) sal in sulk een geval de premie gerekent worden van het geld dat als dan gewonnen sal worden.

17
Na huijs comende en in het gesigt van de wal sijnde, sult gij een princevlag verkeert van de voorsteng laeten waaijen en drie schooten na de wal doen tot een seijn om u te connen kennen.

Actum Middelburg, den 30 september 1761.

Directeuren van de Commercie Compagnie deser stad en uijt deselve
Jacobus Landsheer
Salomon Reijnders

1761


De instructie voor kapitein Jan Menkenveld, gedateerd 30 september 1761, is onderdeel van het Archief van de MCC, toegang 20, inv.nr 375.3.

Deze transcriptie is gemaakt door vrijwilligers van het Zeeuws Archief, verenigd in de werkgroep PaiZ (Paleografie in Zeeland).