De levering van de retourlading werd afgewacht in de rivier Demerary. De kolonie Demerary maakte deel uit van de kolonie Essequebo. Op 25 oktober 1762 begon het schip de Eenigheid met het afvaren van de rivier Essequebo. Op 31 oktober giste de loods dat het schip voor de monding van de Demerary rivier lag. De volgende dag, op 1 november, passeerde het schip de brandwacht in de monding van de rivier en kwam iets verder ten anker. Daar zou het schip lange tijd blijven.
Kapitein in Essequebo
Terwijl het schip in Demerary lag, verbleef kapitein Menkenveld het merendeel van de tijd niet aan boord. Op 4 november vertrok hij met een tentboot naar Essequebo. Pas op 17 december 1762, toen het schip gereed lag om te beginnen aan de thuisreis, kwam de kapitein terug aan boord.
Wachten
Veel onderhoud aan het schip was al in de kolonie Essequebo gedaan. Tijdens het 6 weken durende verblijf in Demerary had de bemanning niet veel om handen. Opperstuurman Daniël Pruijmelaar vermeldde een enkele keer dat de bemanning de zeilen had gelucht of brandhout had gekapt.
Verder moesten de ankertouwen voortdurend gerepareerd worden. De touwen waren volkomen versleten. Op 29 oktober, toen de Eenigheid nog in Essequebo lag, brak het touw van het tui- of vloedanker. Het touw werd eruit gehaald, omgekeerd en weer vastgemaakt. Op 17 november was het touw alweer gebroken. Op 2 december brak het touw van het andere anker, het stopanker, af. Op 6 en 12 december brak hetzelfde touw weer. Omdat het op 12 december de derde keer was dat dit touw afbrak, werd het anker aan boord gehaald en afgedankt.
Wat de bemanning verder nog te doen had, blijft onduidelijk. Het lijkt erop dat de opvarenden de 6 weken in Demerary vooral wachtend hebben doorgebracht.
Deserteurs
Twee Spaanse matrozen van de Eenigheid besloten te deserteren. Toen Anthonie Colombo en Alonso Madroes er 16 november 1762 op uit werden gestuurd om samen met twee anderen brandhout te gaan kappen, gingen ze ervan door.
“op dato ben daar 2 matroosen van ons weggeloopen die in ’t bos waren om brandthoudt te cappen, een genaamt Anthonij Colombo en den anderen Alonse Madroes, beijde Spanjers”
Twaalf dagen later, op 28 november, keerde Alonso Madroes terug naar de Eenigheid. Hij verklaarde zijn maat kwijt te zijn geraakt toen zij ’s nachts door de bossen dwaalden. De scheepsraad kwam bijeen en besloot om Alonso Madroes mee terug te nemen naar Middelburg, omdat zij geen ‘schelm’ in de kolonie achter wilde laten. Zijn verdiende gage werd verbeurd verklaard.
Nieuwe matroos
Een nieuwe matroos kwam 17 december 1762 aan boord. Het ging om Jacobus van de Putte, die daarvoor dienst had gedaan op het schip De Spoorse Galij van Adriaan Spoors. Dit schip was afgedankt en de matroos wilde terug naar het vaderland. In ruil voor scheepswerk kon hij mee-eten en meevaren naar Middelburg.
Retourlading
Hoewel er in Essequebo al enkele vaten suiker aan boord waren gekomen, begon de retourlading pas echt binnen te komen in Demerary. Tussen 14 en 30 november kwamen er bijna elke dag vaten en zakken met koffie of suiker aan boord. Deze vaten en zakken waren gebrandmerkt, zodat men wist van wie de koffie of suiker afkomstig was. De laatste tonnen suiker werden 12 december aan boord gebracht.
Sluiten brievenzak
Op 16 december schreef opperstuurman Pruijmelaar in het logboek dat kapitein Menkenveld naar de plantage van commandeur Bercheijk was gegaan om de brievenzak te laten sluiten. Ook vermeldde hij dat de brievenzak van Essequebo al gesloten was. Een brievenzak was letterlijk een zak met brieven. Dit was een manier voor de inwoners van de koloniën om brieven te sturen naar Nederland. De brievenzak werd verzegeld en de brieven konden dus niet worden gelezen door de bemanning van het schip.
Vertrek
In de weken voorafgaand aan het vertrek werden de watervaten aan boord gevuld met drinkwater. Op 16 december 1762 begon het schip de Eenigheid al met het afvaren van de Demerary rivier. Op 17 december kwam kapitein Jan Menkenveld terug aan boord, samen met de loods. De volgende dag vertrok de loods en voer het schip de oceaan op. Vanaf 19 december werd weer gebruik gemaakt van zeenavigatie.