Na terugkomst van haar voorgaande reis werd het schip de Eenigheid waar nodig gerepareerd. Scheepsonderdelen werden vervangen of hersteld. Dat gebeurde op de werf in Middelburg.
De voorraad scheepsbenodigdheden bestemd voor gebruik tijdens de volgende reis werd aangevuld. Ook reserveonderdelen werden meegegeven. Al deze scheepsbenodigdheden zijn te vinden in de scheepsinventaris.
Scheepsinventaris
De scheepsinventaris van de 3e reis van de Eenigheid is bewaard gebleven. Veelbetekenend is dat de inventaris werd gedrukt. De schepen van de MCC kregen een min of meer standaardpakket aan benodigdheden mee. Alleen de hoeveelheid van elk goed hoefde ingevuld te worden. Werden er andere goederen meegenomen, dan werden die met de hand genoteerd in de scheepsinventaris. Verder werd per goed aangegeven of het om nieuwe of oude, hergebruikte goederen ging.
De inventaris bestaat uit:
- Bootsmansgoederen – goederen betreffende het herstel en onderhoud van het touwwerk of want.
- Constabelsgoederen–het geschut en de munitie en alle daartoe benodigde goederen. In het geval van de Eenigheid was er geen konstabel (kanonnier) aan boord. Deze functie werd meestal door de onderstuurman of de derdewaak waargenomen.
- Boddeliersgoederen – goederen betreffende de victualie (levensmiddelen). In het geval van de Eenigheid was er geen ‘bottelier’ aan boord. Deze functie kan zijn waargenomen door uiteenlopende opvarenden zoals de onderstuurman, de derdewaak, de kuiper of de bootsman.
- Zeilmakersgoederen – goederen betreffende de zeilen. In het geval van de Eenigheid was de bootsmansmaat eveneens zeilmaker.
- Koksgoederen – goederen voor de bereiding van de maaltijden.
- Kuipersgoederen – goederen voor de vervaardiging van vaten en tonnen.
- Corporaalsgoederen – gereedschap en goederen voor het onderhoud van de wapenen. Een corporaal is een wapensmid.
- Timmermansgoederen – gereedschap en goederen voor de timmerlieden.
- Stuurmansgoederen – alle benodigde instrumenten en goederen voor het sturen van een schip.
- Kajuitsgoederen – goederen in de kajuit, waar officieren de maaltijd genoten. Tot de kajuitsgoederen behoren bijvoorbeeld een tafel, 6 zitkussens, 12 borden en 12 lepels, 6 vorken, 6 messen, 6 bonte handdoeken, 12 wijnroemers, 6 bierglazen en 2 kwispedoors.
‘Slaven’ in de scheepsinventaris
Dat het schip werd uitgerust voor de handel in gevangen mensen is terug te vinden in de scheepsinventaris. Tussen de konstabels-, boddeliers-, zeilmakers- en koksgoederen staan verschillende goederen die de aard van de reis prijs geven.
Een ‘slavenketting’ en -boeien zijn te vinden onder de konstabelsgoederen:
- 1 ‘slaave ketting’
- 110 voetboeien ‘voor de slaaven’
- 30 handboeien ‘voor dito’
- 200 ‘spien tot de boeyen’
Zowel de ketting als de boeien waren eerder gebruikt. De spieën (bouten of nagels) zijn nieuw.
Onder de boddeliersgoederen bevinden zich 4 tinnen pinten ‘voor de slaave’, oftewel 4 tinnen kannen, elk met de inhoudsmaat van een pint. Een Middelburgse pint is 0,46 liter. (De Amsterdamse pint 0,6 liter.)
‘Een waterslang voor een slaafhaalder’ wordt genoemd onder de zeilmakersgoederen, evenals 4 bramzeildoeken. Deze zeildoeken konden over het dek worden gespannen, ter bescherming tegen zon en regen.
Het voedsel voor de gevangen Afrikanen werd bereid in een aparte combuis. Deze ‘slavencombuis’ werd gedurende de reis gemetseld. De stenen, kalk en zand hiervoor werden opgenomen onder de koksgoederen, evenals een aantal andere benodigdheden voor de slaafgemaakten:
- ‘1 kopere slave ketel’ en ‘1 dito slave lepel’
- ‘2 slave lampen of lantaarns’.
- ‘1 dito kettings voor boeyen’
- 1200 stenen
- 6 zakken kalk en zand
- 4 ijzeren platen
- 4 ‘ysers voor de slave combuys’
Levensmiddelen
Het botteliersboek met alle levensmiddelen of ‘victualie’ aan boord is niet bewaard gebleven van de 3e reis van de Eenigheid. Wel is een aantal overzichten met diverse goederen aanwezig. Op een ervan is te lezen dat voor de reis – begroot op 20 maanden – was ingeslagen: brood, bloem, gort, verschillende soorten erwten, bonen, rundvlees, ham, spek, stokvis, verschillende soorten kaas, zout, verschillende soorten boter, olie, pruimen, rozijnen, suiker, mosterdzaad, koffiebonen, zwarte peper, nootmuskaat, kruidnagels, foelie, kaneel, brandewijn, jenever, rode en witte wijn, azijn en verschillende soorten bier.
Ook voor de slaafgemaakten die in Afrika aan boord zullen komen, zijn alvast levensmiddelen ingeslagen: 200 zakken gort à 60 kilo (volgens Middelburgs gewicht), 280 zakken bonen ‘Rysselaarsbonen’ en 2 aamen ‘oudt vleesch voor de slaaven’.