Voor de verschillende gebieden aan de kust waren specifieke goederen meegebracht. Zo bevonden zich onder de goederen bestemd voor de Bovenkust kleine vaatjes buskruit en blauwe salempoeri of katoenen doeken.
Tot de ruilgoederen voor rijst en palmolie behoorden grote en kleine Keulse kannen. Dit waren kannen van Keuls aardewerk of steengoed.
In tonnen en kisten lagen de handelsgoederen aan boord van de Eenigheid opgeslagen. Dat is te zien op de cargazoenlijst, tevens een soort paklijst. Voor de kust van Afrika werden de goederen naar boven gehaald en klaargelegd voor de handel.
Textiel – de helft
Van alle handelsgoederen nam textiel de belangrijkste plaats in; bijna de helft van de inkoopsprijs van alle goederen. Het ging hierbij om maar liefst 35 verschillende soorten. Bijna alle textiel betrof katoen, en daarnaast mengsels van katoen met linnen, zijde of wol. Veruit het merendeel werd aangeduid met de term ‘Indisch’ – oorspronkelijk afkomstig uit India. Hoewel de oorsprong van de stoffen vaak India was, werd heel veel textiel al snel in Europa gereproduceerd. De namen van de stoffen verwijzen dus naar hun oorsprong: oorspronkelijk gemaakt in India of in Europa. Van het textiel aan boord van de Eenigheid had 96% een Indiaas voorkomen, slechts 4% had een van origine Nederlands of Europees ontwerp.
Een dure textielsoort aan boord van de Eenigheid was blauwe Salempourus, ook wel blauw Guinées genoemd. Van de inkoopwaarde van alle textiel nam het de belangrijkste plaats in. Echter, de kapitein maakte overtuigend duidelijk dat er een fout was gemaakt in de administratie. De correcte prijs bedroeg slechts een derde van de genoteerde inkoopprijs. Hij bleek gelijk te hebben. Daarom is in de bovenstaande tabel de blauwe Salempourus niet opgenomen: tegen de correcte prijs komt de stof niet voor in de top 5. De eerste plaats qua inkoopwaarde is weggelegd voor een sits. Er waren verschillende soorten sits ingekocht, waarvan ‘bouquet chitzen’ qua inkoop de belangrijkste plaats innamen. Deze stof werd ook relatief vaak verhandeld.
Meer weten over de lading textiel aan boord van de Eenigheid? Lees meer over de 35 verschillende textielsoorten en bekijk enkele staaltjes stof.
Buskruit en geweren – een derde
De tweede plaats in de handelsgoederen werd ingenomen door buskruit, meteen gevolgd door geweren. Buskruit was aanwezig in vaten van verschillende maten, de geweren in meerdere soorten en kwaliteiten. Buskruit en geweren maakten bijna een derde van de inkoopsprijs van alle handelsgoederen uit.
Drank – een tiende
Drank nam de derde plaats in. Bijna tien procent van de inkoopwaarde van de handelsgoederen bestond uit moutbrandewijn en likeur. De moutbrandewijn werd geleverd in vaatjes van verschillende afmetingen, en ook wel, evenals de likeur in flessen met de inhoud van een stoop, ‘stoopsflessen’ of van een kan, ‘kanneflessen’, die per 6 of 9 in een kist of ‘kelder’ gingen.
Overige
Na drank volgden messen en kralen. Het overige cargazoen vertegenwoordigde ongeveer vijf procent van de totale inkoopwaarde en bestond uit bijvoorbeeld koperen armringen, ketels, bekkens, trompetten, spiegels, tabakspijpen, ongesmeed metaal, hangsloten, wijn- en bierglazen.