De directeuren van de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC) gaven 21 juli 1761 opdracht het schip de Eenigheid klaar te maken voor een driehoeksreis of trans-Atlantische slavenreis. Hierbij vaart het schip eerst naar West-Afrika, daarna over de Atlantische Oceaan naar West-Indië (Caraïben/Zuid-Amerika) en vervolgens terug naar de thuishaven in Europa. In de 18e-eeuwse bronnen wordt zo’n reis kortweg benoemd als ‘een reis om slaven’.
De Eenigheid was een snauw. Een snauw was een relatief klein, lang en snelvarend scheepstype. Het had twee vierkant-getuigde masten, met aan de grote of bezaansmast een aparte mast met een gaffelzeil, de zogenaamde snauwmast met snauwzeil. Vierkant-getuigd wil zeggen dat de zeilen zijn bevestigd aan ra’s.
Het schip de Eenigheid was circa 22,50 meter lang, 3,20 meter diep en 7 meter breed. Het had één tussendek met een hoogte van bijna 1,40 meter. De inhoud was iets meer dan 170 m3. Lees meer over de Eenigheid.
Het besluit tot het maken van de 3e reis werd 21 juli 1761 genomen en op 1 oktober hees de bemanning van de Eenigheid de zeilen.