Over dit project

Louis Bernard

Sal mij verplichten

Ik ondergeschreven bekenne bij desen wel en deugdelijk schuldig te wesen aan Petrus Henricus Coeperus, oppermeester op het snaauwschip D’Eenigheijd, in dienst van de weledele achtbaare heeren dierecteuren van de Commercie Compagnie te Middelburg in Zeeland, eene somma van eenhonderttweeënsestich guldens, elff stuijvers en twaalff penningen wegens van Sijn Edele aan mij overgelaten kleederen alsmede gegeven contant geld, also ik ondergeschreven uijt den dienst van voorn. Compagnie ben ontslagen om alhier te blijven in Rio Essequebo door den captain Jan Menkenveld. Volgens inhoud van mijne afrekening, so hebbe ik ondergeschreven deselve hierop in betalinge gegeven aan gemelde Petrus Henricus Coeperus, versoekende seer eerbiedig dat de weledele achtbaare heeren dierecteuren van de Commercie Compagnie te Middelburg in Zeeland gemelde affreekening voor mij beliefft te betalen aan Petrus Henricus Coeperus.
Sal mij verpligten.

Aldus gedaen en gepasseerdt in Rio Essequebo desen 3 september anno 1762 ter presentie van dese twee getuijgen

[w.g.] Louis Bernard
Als getuijgen
[w.g.] Johannis Coijwijk
[w.g.] Adriaan de Puijt
Mij bekendt
[w.g.] Jan Menkenveld

 

Ontslag van vrijdom

Ik, ondergeschreven Jan Menkenveld, commanderende het weledele Commercie Compagnie snaauwschip
d’Eenigheid, leggende thans met hetselve in de revier Rio Essequebo, bekennen bij desen te ontslaan van sijn dienst en vrij te geven Louis Bernardus, geboortich te Rochel, ondermeester op gemelde scheepe, om te blijven alhier in Rio Essequebo en heeft in dienst geweest van de weledel achtbaere heeren dierecteuren van de Commercie Compagnie te Middelburg in Zeeland van den tweeden october anno 1761 tot den derden september anno 1762, sijnde elff maanden en een dag à agthien guldens per maand, dewelke bedragen eene somme van eenhondertachtentnegentich guldens, elff stuijvers en twaalff penningen, waarvan gemelde Louis Bernardus voor sijn vertrek met gemelde scheepe heeft ontfangen twee maanden gagies op de hand, hetwelke beloop sesendertich guldens, sodat nog blijfft voor welgemelde edele heeren dierecteuren van de Commercie Compagnie bovengemeld te betalen aan Louis Bernardus eene somma van eenhonderttweeënsestich guldens, elff stuijvers en twaalff penningen, alwelke gelden kan ontfangen werden bij mijn arrivement in ’t vaderland.

Actum Rio Essequebo, desen 3 september
anno 1762

’t Welk doende

[w.g.] Jan Menkenveld

Affreekening en ontslag van vrijdom van Louis Bernardus, voor ondermeester uijtgevaren met het snaauwschip d’Eenigheid in dienst van de edele achtbaere heeren directeuren van de Commercie Compagnie te Middelburg in Zeeland

anno 1761


Zeeuws Archief, Archief van de MCC, inv.nr. 387 (briefje achterin); inv.nr. 389.3
Transcriptie gemaakt door Paleografie in Zeeland (PaiZ)
Middelburg, 2013