De eerste slaaf die werd gekocht is overboord gevallen en overleden. Omdat hij iemand is die al vanaf het begin in het ruim zit, dat nu overvol is – bijna acht keer zoveel slaven als bemanningsleden – kan ik me voorstellen dat hij overboord is gesprongen
@Pim, De telling van overleden slaven is niet dezelfde als de telling van aangekochte slaven. Dus aangekochte slaaf nr. 1 is niet noodzakelijkerwijs overleden slaaf nr. 1.
Als u met de cursor over het woord matroos (wat roze is) gaat, ziet u dat het hier Maarten Capper betreft die op 16 februari is verdronken terwijl hij met de boot weg was. De opperstuurman hoort pas van zijn overlijden als de boot terug komt op 22 februari.
Het klopt dat men vanaf het tussendek niet overboord kon springen. De slaaf zal waarschijnlijk naar het kuildek zijn gegaan om vandaar uit over de reling te kunnen springen. Het lijkt er dus op dat de slaven ’s nachts niet (altijd) vastgeketend lagen en dat er geen hele strenge bewaking aanwezig was.
De telling van de slaven is correct. Zowel het logboek als het handelsboek melden dat er 5 slaven zijn gekocht en dat de boot 6 slaven aan boord brengt. Dit maakt een totaal van 11 nieuwe slaven. Er worden in de telling maar 10 slaven bijgeteld, de verdronken slaaf is daar dus al vanaf getrokken.
Een aantal dagen gelden ontstond er een kleine discussie m.b.t. de omstandigheden aan boord. Olaudah Equiano heeft daar als (ex)slaaf een boek over geschreven en een paar passages zal ik hier weergeven.“Het eerste dat ik zag toen ik aankwam aan de kust was de zee met een slavenschip dat daar voor anker lag en op lading wachtte. Dit vervulde mij met verbazing die weldra in ontzetting omsloeg toen ik aan boord werd gebracht. Ik werd onmiddellijk door een paar bemanningsleden beetgepakt en heen en weer geschud om te zien of ik gezond was en ik was er nu van overtuigd dat ik terecht was gekomen in een wereld van boze geesten die mij zouden doden.”“De stank van het ruim was zo ondraaglijk vies dat het gevaarlijk was om daar enige tijd te verblijven en sommigen van ons hadden toestemming gekregen om aan dek te blijven voor frisse lucht. De benauwdheid van het ruim en de hitte van het klimaat, gevoegd bij het aantal in het schip, dat zo overvol was dat elk van ons nauwelijks ruimte had om zich om te draaien, verstikten ons bijna. Dit leidde tot overvloedig transpireren, zodat de lucht spoedig ongeschikt werd om in te ademen. De vieze lucht veroorzaakte een ziekte onder de slaven waar velen aan stierven, en zodoende slachtoffer werden van de zorgeloze gierigheid, als ik dit zo mag zeggen van hun aankopers. Deze ellendige toestand werd nog verslechterd door de ontvellingen van de kettingen, die nu onverdraaglijk werden en het vuil van de noodzakelijke tonnen waar de kinderen vaak in vielen en bijna verstikten. De kreten van de vrouwen en het gekreun van de stervenden maakten het geheel tot een afschrikwekkend schouwspel dat haast onvoorspelbaar was.”
@co Interessant dat u deze passage uit het boek van Olaudah Equiano aanhaalt! In de tentoonstelling ‘Aan boord van een slavenschip’ die tot en met 31 december 2015 in het Zeeuws Archief te zien is, laten we twee ooggetuigen van de slavenhandel aan het woord: Olaudah Equiano, die als slaaf werd vervoerd naar West-Indië, en Joachim Christian Nettelbeck, een kapitein van een slavenschip. Uit hun nagelaten geschriften zijn hun ervaringen en ideeën over dezelfde onderwerpen te lezen. De teksten die in de tentoonstelling te zien zijn, staan ook op de website van het Zeeuws Archief, met daarbij de bronvermelding, voor wie de complete geschriften wil lezen: http://www.zeeuwsarchief.nl/educatie-en-exposities/exposities/tentoonstelling-aan-boord-van-een-slavenschip/ooggetuigen-van-de-slavenhandel
De eerste slaaf die werd gekocht is overboord gevallen en overleden. Omdat hij iemand is die al vanaf het begin in het ruim zit, dat nu overvol is – bijna acht keer zoveel slaven als bemanningsleden – kan ik me voorstellen dat hij overboord is gesprongen
@Pim, De telling van overleden slaven is niet dezelfde als de telling van aangekochte slaven. Dus aangekochte slaaf nr. 1 is niet noodzakelijkerwijs overleden slaaf nr. 1.
’s nachts een manslaaf overboord? Vanuit het tussendek toch niet mogelijk. En er is wel een bemanningslid afgeschreven. Rare zaak.
@Wim Bosboom
Als u met de cursor over het woord matroos (wat roze is) gaat, ziet u dat het hier Maarten Capper betreft die op 16 februari is verdronken terwijl hij met de boot weg was. De opperstuurman hoort pas van zijn overlijden als de boot terug komt op 22 februari.
Het klopt dat men vanaf het tussendek niet overboord kon springen. De slaaf zal waarschijnlijk naar het kuildek zijn gegaan om vandaar uit over de reling te kunnen springen. Het lijkt er dus op dat de slaven ’s nachts niet (altijd) vastgeketend lagen en dat er geen hele strenge bewaking aanwezig was.
De telling van de slaven is correct. Zowel het logboek als het handelsboek melden dat er 5 slaven zijn gekocht en dat de boot 6 slaven aan boord brengt. Dit maakt een totaal van 11 nieuwe slaven. Er worden in de telling maar 10 slaven bijgeteld, de verdronken slaaf is daar dus al vanaf getrokken.
Een aantal dagen gelden ontstond er een kleine discussie m.b.t. de omstandigheden aan boord. Olaudah Equiano heeft daar als (ex)slaaf een boek over geschreven en een paar passages zal ik hier weergeven.“Het eerste dat ik zag toen ik aankwam aan de kust was de zee met een slavenschip dat daar voor anker lag en op lading wachtte. Dit vervulde mij met verbazing die weldra in ontzetting omsloeg toen ik aan boord werd gebracht. Ik werd onmiddellijk door een paar bemanningsleden beetgepakt en heen en weer geschud om te zien of ik gezond was en ik was er nu van overtuigd dat ik terecht was gekomen in een wereld van boze geesten die mij zouden doden.”“De stank van het ruim was zo ondraaglijk vies dat het gevaarlijk was om daar enige tijd te verblijven en sommigen van ons hadden toestemming gekregen om aan dek te blijven voor frisse lucht. De benauwdheid van het ruim en de hitte van het klimaat, gevoegd bij het aantal in het schip, dat zo overvol was dat elk van ons nauwelijks ruimte had om zich om te draaien, verstikten ons bijna. Dit leidde tot overvloedig transpireren, zodat de lucht spoedig ongeschikt werd om in te ademen. De vieze lucht veroorzaakte een ziekte onder de slaven waar velen aan stierven, en zodoende slachtoffer werden van de zorgeloze gierigheid, als ik dit zo mag zeggen van hun aankopers. Deze ellendige toestand werd nog verslechterd door de ontvellingen van de kettingen, die nu onverdraaglijk werden en het vuil van de noodzakelijke tonnen waar de kinderen vaak in vielen en bijna verstikten. De kreten van de vrouwen en het gekreun van de stervenden maakten het geheel tot een afschrikwekkend schouwspel dat haast onvoorspelbaar was.”
@co Interessant dat u deze passage uit het boek van Olaudah Equiano aanhaalt! In de tentoonstelling ‘Aan boord van een slavenschip’ die tot en met 31 december 2015 in het Zeeuws Archief te zien is, laten we twee ooggetuigen van de slavenhandel aan het woord: Olaudah Equiano, die als slaaf werd vervoerd naar West-Indië, en Joachim Christian Nettelbeck, een kapitein van een slavenschip. Uit hun nagelaten geschriften zijn hun ervaringen en ideeën over dezelfde onderwerpen te lezen. De teksten die in de tentoonstelling te zien zijn, staan ook op de website van het Zeeuws Archief, met daarbij de bronvermelding, voor wie de complete geschriften wil lezen: http://www.zeeuwsarchief.nl/educatie-en-exposities/exposities/tentoonstelling-aan-boord-van-een-slavenschip/ooggetuigen-van-de-slavenhandel