Over dit project

Artikelen ende Ordre

Articulen ende ordre 7 september 1761

[in marge in andere hand dan hoofdtekst:] R. Verloove  1759

Articulen ende Ordre, waarnaar wy, ondergeschreven officieren ende mattroosen, ons verhuurt hebben met het schip, genaamt De Eenigheijd daar capiteyn op is Jan Menkenveld, ende onsselven hebben te reguleeren, om te vaeren van deser stede

Middelburg naar de kusten van Africa en America of elders daar den commanderende zal goedvinden. Sullen het schip op het Vlacke moeten brengen zonder daarvoor iets te genieten en bij thuiskomst zooverre lossen dat bequaam is om opgebragt te worden. Word aan d’officieren & matroozen gepermitteert voor cargazoen mede te nemen zooals hieragter staat gespecificeert, mits het niet moge bestaan in dranken, buskruid, geweer of contrabandegoederen. En zullen de matroozen maar één kist met hun beiden mogen hebben.

van daar weder te keeren voor deese stadt Middelburg of eenige haven dezer landen ter gedestineerde losplaetse toe. Derhalven om alle goede ordre en discipline op het voorn. schip te houden, beloven wy ende nemen aen by desen, den voorsz. capt. ofte die in zyn plaats mogte werden gestelt en zyn persoon is representeerende, alsmede deszelfs officieren, elk in zyn qualiteit ende bedieninge, haare beveelen en orders ten dienste van schip en goet in alle gehoorzaamheyt naar te komen en zonder tegenspreeken uyt te voeren en ons zoodanig te quyten ende te gedragen, zoo te water als te lande, als eerlycke officieren ende mattroosen betaamt, en daarinne te volharden zoolang de reyze zal dueren; met het schip te helpen lossen, laden, stuwen, herstuwen, ballasten, ende ontballasten, ’t schip te kielen en schoon te maken, te schrapen van buyten ende van binnen, alles tot des capiteyns believen; de goederen met barken, scheepsboot en andere vaartuygen van en aan land ofte andere schepen te brengen en voorts alles te doen hetgeene tot dienst van schip en goed vereyscht wordt, op poene dat den onwilligen telkens zal verbeuren zes guldens voor den zeevarenden armen.

Onzen bedongen maentgelden, waarvan wy 2 maanden op hand bekennen bij desen ontfangen te hebben ter somme zooals in ’t regard van onse respective persoonen by den baljuw van het waterrecht notitie is gehouden ende waernaer onze noch te verdienen gagie sal werden gereguleert, daartoe wy ons gedragen by dezen, zullen ingaan ende haaren aanvank nemen als het voorsz. schip om zyne reyze te vervorderen buyten de laetste ton ende in zee zal gekomen, ende eyndige wanneer het schip behouden gearriveert en op het Vlacque vertuyt sal zyn, als wanneer ende eerder nochte anders niet, wy de voorn. maentgelden zullen mogen eyschen ofte pretendeeren: als zynde uytdruckelyk by deesen bedongen, soo het voorsz. schip in de heen- ofte wederomreyze komt te verongelukken ofte door den vyand genomen te worden, dat wy in ’t geheel geen maandgelden zullen mogen eyschen ofte pretendeeren, maar ons tevreeden houden met de maendt gagie op handt ontfangen, en dit nietjegenstaande eenigh recht, costume ofte usantie daartegens geallegeert zoude konnen worden, als daarvan mits deesen expresselyck renuncierende. Zullen derhalven onzen capt. niet vermogen, gedurende de reyse buytenslands af te vorderen de betalinge van dezelve in ’t geheel ofte ten deele maar zal zulx staen aen het enkel believen van onzen capt. voorsz.

Ende of het gebeurde dat gedeurende de reyze ons eenige vyanden, zeeroovers ende allen anderen die den capt. voor vyandt verklaardt, quamen te ontmoeten ende ons poogde te beschadigen, met ons schip of goed afhandigh te maecken ende te ontweldigen, zoo belooven wy lyf en leven daarby op te zetten ende hetzelve voor zodanig geweld ende overlast met Godts hulpe naer ons vermogen te beschermen zonder den capt. in eenigen noodt te beswycken ofte uyt den wegh te loopen, ende zal zoodanigen blooden weghlooper geacht worden voor een schelm en verrader ende verbeuren alle zyne te goedhebbende gagie met alle hetgeene hy in het schip is hebbende, en daarenboven arbitralyk werden gecorrigeert. Des belooft den capt., zoo ymandt in ’t defenderen van het schip en goed, lam en kreupel geschooten (dat Godt verhoede) of veminkt wierde, den zoodanigen ten kosten van schip en goet te laten genezen ende daarvoor te betalen volgens de costumen van de zee ofte anderzints met denzelven uytkoop te doen tot zeggen en discretie van onpartydige mannen hen desverstaande doch niet verder als schip en goed is streckende.

Een yder sal moeten tevreden wezen met soodanig schaffen ende rantsoen van spys en drank, als naar tyds gelegentheyd by den capt. ende officieren goedgevonden zal worden zonder eenige moeyelykheyt daartegen aan te rechten, op de boete van een maant gagie.

Eenyder zal gehouden zyn als de dagelykse gebeden gedaan worden, met behoorlyke reverentie aldaar te verschynen, op de verbeurte van 6 stuyvers, ten behoeven van den zeevarenden armen.

Niemand zal vermogen zonder consent ofte bewilliginge van den capt. ofte die vermits zyn afweezen in syn plaats commandeert, van boort te varen ende daarbuyten te vernachten, op poene van zes gulden ten behoeve als boven.

Veel min dronken drinken, vechten ofte eenige pypestelderyen aan te rechten, zoo binnen scheepsboort als aan landt, op de verbeurte van zes gulden ten behoeve als voorsz. en onvermindert het recht ende pretentie van den baljuw van het waterrecht tegen denzelven, en dat daarenboven den capt. zal vrystaan den zoodanigen af te danken ende aan land te zetten zonder dat gehouden zal zyn een penning van zyne tot dien dato toe verdiende maantgelden te betalen, ende indien hy vermeent eenigh recht tot dezelve te hebben, zal het hier ter stede ofte ter gedestineerde losplaats naar behouden arrivement van het voorn. schip, moeten zoeken ter plaatse daar zulcx behoort ende eerder nochte anders niet.

Soo yemant geduurende de reyze, van het schip onderweegen komt af te loopen en hetzelve verlaat aleer het alhier ter stede ofte ter gedestineerde losplaats zal wezen gearriveert, zal verbeuren al zyn verdiende maandtgelden en daarvan niet hebben te pretenderen.

Ende in al hetgeene hier niet is uytgedrukt zullen ons reguleeren naar de costuymen ende de zeerechten dezer stede gebruykelyk op de boeten ende straffen daarinne begrepen onder verbant van onze persoonen ende goederen, derzelve submitterende als naar rechten.

Actum
Niemand wie hij zij captein, officieren, matroozen of jongens, zal vermogen in te ruilen eenige tanden, wasch, malteget, slaven of eenige andere coopmanschappen die op de kusten vallen, op verbeurte van hunne maandgelden & recognities als anders.

Den captein nog zijne stuurluiden alsmede den oppermeester zullen geen cargazoengoederen voor hun rekening mogen medenemen, direct of indirect, nog eenige slaven voor hunne rekeninge mogen inruilen of verkoopen, op de boete van éénduizent guldens voor ieder slaav die dezelve mogten ingeruilt of gekogt hebben; benevens alle hunne maandgelden & preemiën geconfisqueert. Maar zullen daarentegen op hun retour alhier ontvangen voor ieder slaav welke in de colonie verkogt zal worden zooals hier volgt; te weeten:

den capitein 80 stuivers per slaav
den opperstuurman 24 dito
den onderstuurman 10 dito
den derdewaak  6 dito
den oppermeester 24 dito
Samen 144 stuivers of ƒ 7:14:0  per slaav

En zullen de overige officieren & matroozen gepermitteert zijn als volgt:
den oppertimmerman ƒ 400:0
den bootsman ƒ 400:0 } Waaronder niet meerder mag begrepen zijn als 3 kelders of 6 halve ankers, de den consumptiedrank eronder begrepen

de kok
de bootsman
de bootsmansmaat
de ondermeester
de corporaal
de kuiper   ieder ƒ 200:0 } Waaronder niet meerder mag begrepen zijn als 2 kelders of 4 halve ankers, den consumptiedrank eronder begrepen

Ider matroos of jongen ƒ 75:0:0, waaronder niet meerder mag zijn als één kelder of 2 halve ankers, de consumptie er mede onder begrepen.

En zullen geene van dezelve meerder cargasoenen mogen medenemen waarvoor zij anders niet mogen medebrengen als goudt of silvere munt op de boete zooals hierboven vermeldt is. Sullende ieder van dezelve op hun retour (desgevergt wordende) onder eede moeten verclaren geene van de verboden goederen, nog voor meerder somma als hiervoren is gezegt, te hebben medegenomen op verbeurte van al het medegenomen cargasoen, verdiende maandgelden en preemiën.

Actum Middelburg den 7 september 1761.

[get.]

Jan Menkenveld
Daniël Pruijmelaar
J[ohannes] Schutz
Adriaan de Puijt
Petrus Couperus
Louis Bernard
Paullus Chriijstiian Kemp
Pieter Pieters
Hans Kramer
Adriaan Hillebrand
Izaäk de Vos
dit is het handmerk van
Thomas ┼ Ditmars
Conraad Meijer
Herman Lars
Albert Vermeulen
Arnoldus Machiels
dit is het handteken van Alonse  ┼ Madroes
dit is het handteeken van Chaarel  ┼ Hudde
dit is het handteeken van Anthony  ┼ Colombe
Jan Ewaard
dit is het  ┼ handmerk van Philippus Jacobus de Bock
Abraham Campus
Philippus de Vooght
Abrah[a]m Vermeulen
Anthon Batteram
Otto Wesman
Johannis Coywijk

[de volgende namen staan in het document in een tweede kolom]

Lodewick Korn
Gillis Lindt
Jacobus Rankin
Jacobus Duijnkerke
Pieter de Graaf
Adriaan de Visser
dit is ’t ┼ handmerk van
Roelof Siebers
Maarten Kapper
Pieter Geroll
dit is ’t handmerk van
Lieven ┼ Lamberts
Cornelis de Hondt

1. Reinier Verloove (overl. 28-1-1762), substituut-commies tot ontvangst enz. van de vivres, turf en kaarsen en presmeester der schepen, schuiten enz. binnen Middelburg en c.a.; jongste klerk van ’s Lands griffie (Registers van commissiën en instructiën 1578-1809)


Zeeuws Archief, Archief van de MCC inv.nr. 37.3-052
Transcriptie gemaakt door Paleografie in Zeeland (PaiZ)
Middelburg, 2013
[* Handgeschreven teksten cursief getranscribeerd]