’s Morgens regenagtig, op dato is er een vrouwslaaf in de craam gekoomen, voormiddag gaven de slaven
bananenpisank, namiddag mieken schoon tussendecks en in de
tussendek in het achterschipschans en rookten ’t uijt met wierook en
jeneverbessengeneverbeziën, quam 2
zeilschepen met drie of meer masten, waarvan de voorste mast
dwarsscheeps is getuigd en de overige masten langsscheepsberkentijns van boven, ’s nagts goedt weer tot ’s morgens.
Close