Opvarenden in dienst van de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC) konden rekenen op gratis medische zorg. De chirurgijn, ook wel oppermeester genoemd, was verantwoordelijk voor het wel en wee van de bemanning én de tot slaaf gemaakte Afrikanen aan boord. Hij werd vaak bijgestaan door een assistent, de ondermeester.
Deskundigheid
Scheepschirurgijns hadden meestal een medische opleiding genoten in Nederland, maar legden het vaak af tegen de vreemde tropische ziektes. Een bekende en ervaren Vlissingse oud-scheepschirurgijn en medisch doctor was David Henri Gallandat (1732-1782). Hij benoemde in zijn pamflet ‘Noodige onderrichtingen voor de slavenhandelaaren’ onder andere de noodzaak voor verder onderzoek naar lokale medicijnen.
Over de deskundigheid van de chirurgijns op MCC-schepen werd geklaagd bij de directeuren van de MCC, evenals over de staat van de chirurgijnskist. Chirurgijns werden geacht hun eigen instrumenten en medicamenten mee te brengen.
Om iets aan dat laatste te doen, verordonneerde het bestuur van de MCC op 1 augustus 1758 dat de chirurgijnskisten voortaan gekeurd dienden te worden. De chirurgijns op MCC-schepen dienden voorafgaand aan het vertrek hun kist te laten controleren door een speciaal daarvoor aangestelde visiteur. Als eerste werd hiertoe de Middelburgse chirurgijn François Ritsaart aangenomen. De visitatie was voor rekening van de zeevarende chirurgijn en bedroeg 2 Zeeuwse rijksdaalders en de kosten van het zegelgeld.
Veel voorkomende ziekten
Veel voorkomende ziekten en of ziekteverschijnselen aan boord van een schip met tropische bestemming waren:
- scheurbuik
- loop of diarree
- rode loop of dysenterie
- koorts/ malaria
De oorzaak van scheurbuik, een gebrek aan vitamine C, was onbekend, wel wist men hoe de ziekte genezen kon worden, namelijk met citroen- of limoensap. Soms werd het sap meegenomen vanuit Europa en of gekocht aan de kust van West-Afrika.
Iedereen aan boord, zeeman of tot slaaf gemaakte Afrikaan, kreeg vroeg of laat ‘de loop’ oftewel diarree.
Dysenterie is een zeer besmettelijke infectie van het spijsverteringskanaal. Door deze infectie ontstaat een waterige diarree met bloed en slijm in de ontlasting, vandaar de benaming: ‘rode loop’. De ziekte kan door een bacterie of door een amoebe worden veroorzaakt.
Veel opvarenden kregen ‘koorts’, vaak betrof het malaria. Malaria is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door malariaparasieten die na een muggenbeet in het lichaam komen. Gemiddeld 10 tot 14 dagen na de steek van een besmette mug kunnen de eerste verschijnselen optreden, zoals koorts, koude rillingen, spierpijn en hoofdpijn. Vaak worden deze verschijnselen voorafgegaan door een grieperig gevoel.
Chirurgijn Couperus
De oppermeester van de Eenigheid was Petrus Henricus Couperus, een ervaren scheepschirurgijn. Couperus was van Friese afkomst en had gewerkt voor de VOC. Hij had daarna tevergeefs geprobeerd een vaste betrekking als chirurgijn op Walcheren te vinden. Toen dat niet lukte, nam hij opnieuw dienst als scheepsarts, ditmaal in dienst van de MCC. De 3e reis van de Eenigheid was voor Couperus de derde reis in dienst van de MCC. Hij werd bijgestaan door een ondermeester, de Fransman Louis Bernard, afkomstig uit La Rochelle.
Couperus hield nauwgezet de ziektebeelden van zijn patiënten en de door hem verstrekte recepten bij. Dat deed hij zowel voor de bemanning als van de tot slaaf gemaakte Afrikanen. Zijn aantekeningen over de 3e reis van de Eenigheid verwerkte hij in het journaal dat tegenwoordig berust in het archief van de MCC in het Zeeuws Archief, als inventarisnummer 390.
Het journaal begint met de ziektebeelden van de bemanningsleden, gevolgd door de voorschriften of recepten die Couperus aan zijn patiënten heeft gegeven. Daarna volgen de ziektebeelden van de tot slaaf gemaakte Afrikanen en vervolgens de toegediende recepten. De voorschriften staan in de volgorde dat ze uitgeschreven zijn. Voorschrift 1 is dus het eerste voorschrift dat Couperus heeft gegeven tijdens de reis. Bekijk alle voorschriften of recepten van Couperus.
Gids van Gallandat
Van de omstandigheden waarin Couperus zijn werk deed, getuigt de publicatie van Gallandat met de titel ‘Noodige onderrichtingen voor de slavenhandelaaren’. Het werk verscheen weliswaar in 1769, dus na de reis van de Eenigheid, maar geeft een goed beeld van de omstandigheden aan boord van een schip dat tot slaaf gemaakte Afrikanen vervoert.
David Henri Gallandat werd geboren in 1732 in Yvonand aan het meer van Neuchâtel in Zwitserland. Hij kreeg een opleiding tot chirurgijn in Vlissingen en behaalde het examen voor oppermeester in 1751 aan boord van een koopvaardijschip. Tot en met 1759 bleef hij driehoeksreizen maken, niet op MCC-schepen, maar op schepen van andere particuliere, vermoedelijk Vlissingse reders. Daarna vervolgde hij zijn studie in Parijs en werd medisch doctor. Terug in Vlissingen werd hij stadschirurgijn en lector in de vroedkunde. Gallandat was medeoprichter van het Zeeuws Genootschap der Wetenschappen en overleed in 1782 in Vlissingen.
Handleiding voor mensenhandel
Gallandats publicatie ‘Noodige onderrichtingen voor de slavenhandelaaren’ was eigenlijk niets meer of minder dan een gids of handleiding voor de handel in tot slaaf gemaakte Afrikanen. Hij gaf allerlei praktische richtlijnen. Over de aankoop van de slaafgemaakten, maar ook over de inrichting en de hygiëne van de schepen. Zijn motivatie hiervoor was een mengeling van ‘menslievendheid’ en ‘eigen belang’:
‘t Is dan van de uiterste noodzakelykheid, dat, niet alleen de heelmeesters, maar ook de andere scheeps officieren, zig daar in ‘t byzonder op toe leggen, om alle zaken te onderzoeken, en in acht te nemen, welke tot het welzyn der negeren kunnen strekken.
Menschlievenheid en eigen belang moet ieder slaafhandelaar daar toe aanzetten, vooral indien men daar by aanmerkt, dat de middelen, welke in ‘t werk gesteld worden om ziekten voor te komen, een vry zekerder uitwerking hebben, dan die, welke gebruikt worden om ziekten te genezen, vooral op een schip.
Gallandat geeft een goede indruk van het ‘keuren’ van de tot slaaf gemaakte Afrikanen aan de kust van West-Afrika. Daarbij legde hij zo’n nadruk op een schone, hygiënische omgeving voor slaafgemaakten en bemanning (vooral wat voedsel, water en lucht betreft) dat hij waarschijnlijk niet bijster onder de indruk was van de tot dan toe gangbare situatie. Ook bevat de gids gedetailleerde beschrijvingen van de indeling van een slavenschip. Hoewel een paar jaar na de reis van de Eenigheid verschenen, geeft de publicatie van Gallandat dus een goed beeld van de gang van zaken aan boord. Lees de gids van Gallandat over de trans-Atlantische handel .