Close

Onverkoopbare goederen

Brief kapitein

In het Commercie Compagnie snaauwschip D’Eenigheijdt

desen eersten januarie 1762, ter rheede BuchananLiberiaGroodt Basa

Weledele achtbaere heeren dierecteuren van de Commercie Compagnie

Mijn heeren,

Vermits den aanvang van een nieuw jaar waarin wij ons door de goedheijd Godts bevinde diend dese maar volgens mijn pligt uedele achtbaere en famillie tot den ingang van hetselve te gratuleeren met seer hertelijke wenschingen dat den oppermagt uedele achtbaere en famillie daarin gelieve te bekroonen met lijdelijke en geestelijke segeningen en dat dit jaar mag werden agtervolgd van nog veele die uedele achtbaere niet minder ten nutte mogen sijn opdat wij gesamentlijk leven mogen tot eer van onsen schepper en eijndelijk opgenomen werden in d’euwige geluksaligheijd, alles uijt loutere genade om het zoenbloed van den gekruijsten Heijland, in welkers veilige hoede ik uedele achtbaere en famillie gelijk mijselfs aanbevolen late.

Een geruijmen tijd d’eer niet gehad hebbende aan uedel achtbaere en te schrijven bij gebrek van nodige materie, hetgeen wel anders te wenschen was, maar men kan de tijden niet veranderen, nadat wij den 2e october laatsleden met een ZZO wind in zee gelopen, ben den 8 dito het Canaal gepasseerd, waren op de NB van 48°50′ langte 8°39′ cregen een swaren storm die tot den 19 dito op de NB van 44°31′ aanhield (elf dagen) waarvan wij vijf agtereeneenvolgende dagen voor enkel de stormfock, ook zonder enig zeilvoor top en takel, en ses dagen voor gereefde onderzeijls hebben gelegen met sware buijen en hooge zee die de glazen en blinden in de cajuijt in stukken hebben geslagen sodat wij veel water in de cajuijt en constabelscamer cregen en destadig pompten om de pomp lens te houden, verlooren ook onse onderspies aan stuurboord.

Den 23 dito passeerden wij Cabo OrtegalSpanjeCaap Ortogaal en de storm begon af te nemen en hebben sedert die tijd mooij weer, ook dieverse malen stilte gehadt welke de reden is van een lange uijtreijze.

Den 7 december ben aan RobertsportLiberiaCaap Monte ten anker gekomen, hebbe ook alhier aan de cust in een goeden welstand aangetroffen den capteijn Adriaan Sap van Vlissingen, commanderende het schip D’Anthonie Eeuwout, dewelke den 14 dito na Angola is vertrokken.

Ook is den 22 december alhier aan MarchallLiberiaRio Jonktie gearriveerd capteijn Meijer van Amsterdam, voerende het fregatschip De Guineeze Vrienden, zijnde mede een slaafhaalder, maar hebbe geen van mijne nakomende confraters vernomen dog ben deselve alle moment verwagtende,

hebbe tot nog toe maar elf slaven in het schip, dewelke bedragen eenen somma van sevenhonderteenenseventig guldens vijf stuijvers, sijnde seer weijnig slaaven, alzoo ik gewoond was op andere reijzen aan deze plaatsen comende, 25 à 30 slaven in te hebben, soude wel resolveeren om de bovencust te verlaten maar mijn bovencustgoederen houden mij op, sodat ik denke nog wel twee maanden hier te vertoeven om mijn bovencustgoederen te vernegotiëeren en dan na de Goudcust af te seijlen en mij aldaar niet wel bevindende dan na beneden Capo, also hier verscheijde Engelsche scheepen, bestaande in fregatten, snaauwen, berken en booten negotiëeren, sodat ik op alle plaatsen Engelsche vinden leggen off komen,

ben ook genootsaakt de slaven alhier 14 à 15 guldens het stuk meerder te betalen als op vorige reijs en ook als andere capteijnen se betaalen, also mijne kleene kruijdvaten die hier nodig voor gebruijk sijn en de blaauw salempoerinaam van (de stof van) katoenen doeken of kleeden, afkomstig uit Voor-Indië, die eertijds door de Oost-Indische Compagnie werden verhandeld (WNT)salempourus mijns bedunken vrij wat hoog komd te staan, also ik in den jare 1758, doe het cruijd duurdeur was, een 6 lb. cruijdvaaijtjes niet meer kosten als 2½ gulden, al waar het dat het cruijd tegenswoordig op een prijs van 50 guldens de hondert lb. was, so soude 6 lb. cruijd niet meer kosten als drie guldens en, het lege vaaijtje op 10 stuijvers gereekend, was het samen 3½ gulden en sijn mij nu aangereekend tot 4 guldens 18 stuijvers, welk ook te veel verscheeld na de prijs van de 36 lb. cruijdvaten also die op een behoorlijke prijs staan.

Wat aangaat de blaauwe salempourus: in den jare 1754 was mede het panewerk deur, costen de salempourus niet meer als 17 gulden de hoogste prijs en is mij nu aangerekend op 28¼ gulden en op vorige reijsen 13 à 14½ gulden en also ik wel weet dat bij mijne presentie in ’t vaderlandt hetselve niet meer als 13 à 14 guldens is vercogt bij de compagnie en ordinaire cooplieden, sodat ik niet en twijfele of dit beijde sijn groote abuijsen also dat mijn carga alleen van de blaauwe salempourus over de 600 guldens te hoog komd, sodat uedele achtbaere niet behoeft te verwonderen over de groote van mijne carga,

hadde wel gewenst bij het debourserenvoorschieten (WNT)afdebuceren die faute ofte deuurte mij voor oogen was gekomen, also ik niet en weet ofte hetselve een faute veroorsaakt ofte niet, maar moet mij na sulke prijsen in het koopen van de slaaven reguleeren, sodat dit de deuurte van de slaven verwekt also de salempourus mede van mijn bovencustgoederen is en al waar het ik de salempourus aan de Goudkust in slaven konde geven, so soude voor hetselve niet meer als 10 engelsEen gewichtseenheid voor goud, 1 Once = 16 Engels. 8 Onces = 1 Mark (246 gram)engelsch aan de makelaars konnen rekenen, also aldaar een gulden vaderlands prijs niet meer als een engelsch gereekend werd.

Wat aangaat mijn andere cargasoengoederen, staan tot behoorlijke prijsen […] ook bij andere scheepen geweest daar de salempourus die luijden niet meer kosten als 13 à 13½ gulden.

Verder hebbe uedele achtbaere niet meer te melden als alleen sedert mijn vertrek uijt het vaderland tot alhier aan de cust hebbe een doode van mijn scheeps[volck] genaamt Roeloff Sieverts, gebooren tot Breeswijk in Noordwegen, dewelke de gantsche uijtreijse siekelijk heeft geweest, overleden den 24 dec. 1761 ter rheede Little BassaLiberiaKleen Basa.

Voor het overige ben, God sij gedankt, benevens mijn officieren en matroosen nog alle gesond soals ik wensch dese uedele achtbaere en famillie mag aantreffen en sal uedele achtbaere bij nader occasie de omstandigheeden van mijne reijs bekendmaken.

Waarmede blijve na minsame groetenisse en uedele achtbaere en famillie onder Godes heijlige protexcie bevolen te hebben, so betuijge met alle eerbiet te sijn,

weledele achtbaere heeren dierecteuren

mijn heeren

uw dienstwillige dienaar

Jan Menkenveld