Den 2 dito klaagde mij Roelof Siegers, geboortig van Noorwegen, mattroos, vernam dat hij al een week à vier in ’t vaderland was ziek geweest, bevond een febris quotidiana, dagelijkse koorts, was braakagtig, konde niet eeten, gaf hem een laxeermiddelpurgans, verders ’t poeder tegen koortspulvis antefebrilis (voorsch. 1) maar de koorts bleef aanhouden, soodat hij van dag tot dag swakker wierd, ordonneerde doen van ’t mixtura sudorificans (voorsch. 2) alle twee uuren een lepel vol, gaf hem ’s morgens ’t alcoholisch aftreksel van saffraan, aloë en mirre volgens Paracelsuselixir proprietatis waarna hij op den 20 november sijn dienst wederom waarnam, maar viel wederom in, hoeste sterk, teerde volkoomen uit, waarop hem van ’t lees: eclegmaecelgma (voorsch. 3) dikmaals liet lekken, maar na alle middelen in ’t werk gestelt te hebben, soo gaf hij zijn ziel in handen van sijn Schepper den 24 deser 1761.
Voorschrift 3
R/ Fac eclegma [eclegma: likkepot, likking]
Om van te likken in teering, hoest, pleuris, borstziektens en benaude ademhaling.
- Balzamum peruvianum [balsem uit Peru met zwak ontsmettende werking]: ʒ I
- Oleum anisi [anijsolie]: gutta, mv. guttaedruppel gt XX
- Mel album [witte honing]
- Sijrupus altheae [heemstsiroop, bij hoest]: āā ℥ II
- ʒ drachme = 3 scrupel, dus ongeveer 4 g
- ℥ uncia = ons = 8 drachmen, dus ongeveer 31 g
- āā en ān: en ānn = ana (Gr.) neem van elk evenveel