’s Morgens de windt landig labber coelte, goedt weer, met begin van de dagwagt stuerden de boodt na de wal om brandthoudt, met den dag cregen een canoo water aan boordt, met begin van de voormiddag cregen een swaare travaat uijt ’t ONO à O met een harde windt en een weijnig regen en een hooge zee zoodat ons anker weer deurdregden, lieten ’t tweede anker daar bijvallen dog bleven drijven met 2 ankers voor de boeg tot met de 3 De lengte van de wachten werd aan de hand van zandlopers gemeten. Elke wacht bestond uit 8 glazen van een half uur, aangegeven door een bel. glasen dat de windt afnam en de zee wat slegten, cogten een vrouwslaaf, Nr 308, met begin van de namiddag de windt nog O dog labber coelte, wij ligten de 2 ankers en lieten ’t stopanker weer vallen, platvoetwagt stil, met de 6 glasen kwam de boodt met brandthoudt aan boordt en bragt tijding alsdat er 2 watercanoos met de travaat waren omgeslagen daar wij 11 AamOude vloeistofmaat in Nederland van ongeveer 155 liter.amen hebben bij verlooren, voordts ’s nagts stil goedt weer tot ’s morgens.