Door den dag goedt weer, de windt ZW à ZZW labber coelte, goedt weer, sloegen ’t voormarzeijl af om te verstellen en cogten 33 slaven, 16 mans, 16 vrouwen en een meijdt, wij setten de sloep uijt, voordts ’s avondts en ’s nagts goedt weer tot ’s morgens.