Close

Evard heeft bloedneus

Journaal chirurgijn

Den 2 dito klaagde mij Jan Evard, mattroos. geboortig van Ter Veere, over pijn in ’t hooft alsmede in de lenden, was somtijts braakagtig, bevond een Intermitterende koorts, infectieziektefebris intermittens, afgaande koorts, ordonneerde een poeder van jalappawortellaxans pulvis jalappae II, verders ’t pulvis antefebrilis (voorsch. 1), ’tgeen doen redelijk wel ging, maar den 5 dito overquam hem een sterke neusbloedinghaemorrogia narium, ’tgeen moeite had om te stillen, deed daarop een aderlatingvenasectio van een ons of agt, gaf hem doen van ’t navolgende bolus (voorsch. 23) waarmede het bloeden ophielt maar ’t ’s avonts opnieu wederom begon, waarop ’t adstringens; bloedstelpendaqua stiptica gebruikte:

R/ vitriolum romanum [kopersulfaat; etsmiddel, bloedstelpend]: ℥ ß

  • aqua communis [gewoon water]: quantum sufficit, [zoveel als nodig is]
  • waarin turunden [ineengedraaide textielpluksels] wierden natgemaakt en in de neus gestoken ’tgeen ’t bloeden deed ophouden

 

Voorschrift 23

R/ Misce fac bolus [meng en maak tot een vettige substantie].

 

  • ℈ scrupel = 20 grein, dus ongeveer 1,3 g
  • ʒ drachme = 3 scrupel, dus ongeveer 4 g
  • ℥ uncia = ons = 8 drachmen, dus ongeveer 31 g
  • ß = ½ van de gegeven hoeveelheid