Close

Veilingen afgerond

Brief kapitein

Rio Essequebo, den 27 augustus 1762

Weledele achtbaere heeren directeuren van de Commercie Compagnie

Mijne heeren,

Vinde mij verpligt uweledele achtbaere te adviseeren mijn behouden arrivement alhier in EssequiboGuyanaEssequebo, hetwelk is geweest den 5 augustus, en nae 14 daegen in de rivier geleegen hebbende vendue gehouden van 121 coppen slaven, dewelke monteeren volgens inleggende lijst de somma van vierenvijftigduijsendt tweehondert en tseeventig guldens, zegge ƒ 54.270 Hollands courant.

Daarenboven nog uyt de hand verkogt 22 stux dito voor eene somma van seevenduysend neegenhondertvijffentseeventig guldens, zegge ƒ 7.975, sijnde de geheele somma zoo van de slaeven op vendue als uyt de hand hier in Essequebo tweeëntsestigduysend tweehondertvijffenveertig guldens, zegge in allen ƒ 62.245.

In BerbiceGuyanaRio Berbice hebbe op vendue verkogt 142 coppen, dewelke monteeren ook volgens inleggende lijst de somma van vyffendertigduijsendt tweehondertvyffensestig guldens ende aldaar uijt de hand verkogt 8 stux, bedragende de somma van tweeduijsend vierhonderteenentseeventig guldens, zegge ƒ 2.471, is tezaemen seevenendertigduijsend seevenhondertsesendertig guldens zoo op vendue als uyt de hand, zegge ƒ 37.736

daarbij uyt Rio Essequebo ƒ 62.245

zijnde voor 293 koppen ƒ 99.981

Inleggende hebben uwelede achtbaere te ontfangen:

  1. de conditiën ende voorwaarden der verkogte slaeven in Rio Essequebo;
  2. copie van den briev uijt Essequebo;
  3. reekening-courant aan uwelede achtbaere van de cust;
  4. lijst der geremitteerde wisselbrieven aan uwelede achtbaere neffens 15 stux wissels bedragende ƒ 6.548:17:14;
  5. copie van obligatie van Abraham Wijs, venduemeester in Rio Berbice;
  6. copie van brieve uijt Rio Berbice;
  7. copie van 6 geleende draaijbassen aan den weledel en gestrenge heer Wolfert Simon van Hogenheim, gouverneur-generaal over de Geoctroijeerde Colonie Berbice etc. etc.

Wensche uweledele achtbaere alles wel moogen ontfangen.

Zal de eere hebben per eerstvertrekkende schip van hier uweledele achtbaere de reekening-courant-generaal te zenden, ook mijn uyterste devoir aanwenden zoo ras moogelijk dat mijn schip zoo stijffgelaeden dat daarmede capabel ben om te zijlen om van hier te vertrekken, zoude wel mijn gantsche laeding kunnen krijgen maar de exoorbitante kosten laeten niet toe om daarop te leggen,

daarenboven hebbe het ongeluk dat mijn oppertimmerman verlooren en nog 6 sieke in de cooij leggen heb, daaronder mijn ondertimmerman ook begreepen,

en aan mijn [schip] waaraan de boegspriet gekraekt de ezelshoofden verrott zijn, hebbe ook zooveel werk dat genoodtzaakt ben om neegers zien te krijgen die het calvateren ende het voorengemelt in behoorlijk onder te maeken.

Hoope de Heere mijn zal helpen om schielijk van hier te repatrieeren.

Verders niets largeerende dat uwedele achtbaere attentie zoude meriteeren, zoo hebbe de eer mij in uwedele achtbaere protectie gerecommandeert te hebben en ben met waere hoogachting,

weledele achtbaere heeren,

mijne heeren

uwedele achtbaere onderdanige en getrouwe dienaar

Jan Menkenveld